PERSBERICHT

Brussel, 21 juni 2000

Vlaamse regering op één lijn met Wivina Demeester

 

Vandaag raakte bekend dat vrijdag de ministerraad het definitieve tracé voor de tweede spoortoegang Antwerpen zal vastleggen. De Antwerpse CVP-vertegenwoordigers in het Vlaams Parlement - Wivina Demeester, Ludwig Caluwé en Bart De Smet – zijn zéér verheugd dat de bevoegde minister voorstelt om het tracé ondergronds uit te voeren, in tunnels en sleuven.

Noodzaak

Net zoals dat het geval is met de meeste infrastructuurprojecten, is het verhaal van de tweede spoortoegang er één dat al een lange weg heeft afgelegd. Reeds jaren is de enige ontsluiting – via lijn 27a verzadigd. Onder andere het toenemend aantal vrachtwagens op de Antwerpse Ring, zorgt ervoor dat de files in de steeds ruimer wordende omgeving van de stad dag na dag langer worden. Het is dan ook evident dat er wordt gezocht naar alternatieven voor het toenemende transportverkeer. De tweede spoorontsluiting vormt in de zoektocht naar oplossingen voor de mobiliteitsknoop een belangrijke schakel. Zonder deze ontsluiting wordt de verdere groei van het goederenverkeer per spoor in het gedrang gebracht, waardoor deze groei zich op de nog meer verzadigde wegen rond Antwerpen zal voordoen.

Met respect voor mens en omgeving

De Antwerpse CVP-volksvertegenwoordigers hebben dan ook steeds de noodzaak van de tweede spoorontsluiting erkend. Daarnaast moet men ook terdege rekening houden met de mens in de rand van Antwerpen. Zij hebben dan ook steeds de harde eis gesteld in het Vlaams Parlement (o.a. resolutie Paul Dumez voorjaar 1998) en in de vorige regering (Wivina Demeester eiste garanties voor een ondergrondse uitvoering alvorens de princiepsbeslissing van de vorige regering van 28/4/98 goed te keuren) dat deze spoorontsluiting er alleen maar kan komen met zo weinig mogelijk hinder voor mens en omgeving, met andere woorden, zo veel mogelijk ondergronds (de zogenaamde "min één"-oplossing). Het is deze oplossing die de minister van Ruimtelijke Ordening nu ook aan de regering voorstelt.

Extra kosten niet op het Vlaams budget voor spoorweginfrastructuur

Uiteraard wordt de uitvoering hierdoor duurder, de extra kosten worden geraamd op 5 miljard. De CVP-fractie is blij dat de Vlaamse regering de leefbaarheid van de mensen in de omgeving naar waarde weet te schatten. Ludwig Caluwé en Jos Ansoms vroegen vorig jaar reeds dat de extra kosten buiten het budget van de NMBS voor Vlaanderen moeten worden gezocht. Zoals bekend, worden de NMBS-investeringen over Vlaanderen en Wallonië gespreid via de 60/40-verdeelsleutel. Ondertussen werd deze verdeelsleutel reeds omzeild vermits de federale regering een extra potje heeft voorzien voor de realisatie van het Brussels voorstadsnet, het GEN. Dat extra potje zal vooral in Waals-Brabant worden geïnvesteerd, maar het is van "nationaal belang". Even goed kan – gezien het belang van de Antwerpse haven voor de gehele Belgische economie – gesteld worden dat de tweede spoortoegang en de bereikbaarheid van de Antwerpse haven van nationaal belang is. Daarom mag de ondergrondse aanleg van de tweede spoortoegang niet leiden tot minder spoorinvesteringen elders in Vlaanderen.

Als ook aan deze financiële voorwaarde zal worden voldaan, dan kan de huidige Vlaamse regering rekenen op een dikke proficiat vanwege Wivina Demeester, Ludwig Caluwé en Bart De Smet. Zij zijn tevreden dat ze ook eens een positief geluid over de regering mogen laten horen.

Voor meer informatie: Wivina Demeester, tel 075/20.21.00

Ludwig Caluwé, tel 0476/24.95.13

Bart De Smet, tel 0495/54.01.12