MOTIE TER BESPREKING IN DE GEMEENTERAAD VAN 22 FEBRUARI 2001

Betreffende:

 

HET GEMEENTELIJK DRUGBELEID

ACTIEPLAN “DRUGS, NEEN BEDANKT!”

 

TOELICHTING

 

1.Inleiding

Het drugbeleid zoals het door de federale regering is uitgewerkt in de drugnota, geeft aanleiding tot veel ongerustheid. In grote krantenadvertenties met als titel “Duidelijkheid over cannabis en andere drugs” wordt gepoogd om duidelijk te maken wat mag en wat niet mag. Aangaande cannabis wordt het volgende gesteld:

“Wat mag?

Het bezit van een gebruikershoeveelheid cannabis blijft strafbaar, maar wordt in principe niet langer geverbaliseerd.”

Intussen heeft de minister van Justitie ook meegedeeld dat iemand die regelmatig cannabis gebruikt niet mag rijden. Dit is een goede zaak, die echter geen impact heeft op bv. jongeren onder 18 jaar.      

In de nota van de federale regering wordt het nodige belang gehecht aan het aspect “preventie”. Daarom is het belangrijk om op gemeentelijk niveau een actie “Drugs? Neen bedankt!”, in samenhang met de reeds bestaande gemeentelijke activiteiten op dit vlak, krachtig uit te bouwen. Zodoende kan Zoersel een nieuwe, én duidelijke, boodschap geven aan potentiële gebruikers.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat een preventief beleid ten aanzien van alle drugs - naast cannabis duidelijk ook alcohol, tabak, harddrugs, en andere softdrugs -noodzakelijk is en dient versterkt te worden. Er kan in deze context aan herinnerd worden dat van alle psychoactieve middelen alcohol, in onze westerse wereld, de meest gebruikte is, en in alle lagen van de bevolking erg ingeburgerd is.

De gemeente Zoersel heeft  in het verleden steeds getracht de problemen die er werden vastgesteld met druggebruik, zo goed mogelijk op te vangen in het beleid, niet in het minst met preventieve acties. Op het niveau van de politiezone Brecht-Malle-Schilde-Zoersel is een “drugbeleidsplan” uitgewerkt. Een ambtenaar-drugcoördinator is actief en sedert enkele jaren is in de zeven scholen van Zoersel een “drugpreventieproject” (DPP) lopend.  Dit krachtige beleid, gericht op preventie, moet verder geactiveerd worden, en zo nodig uitgebreid, ook ten aanzien van andere softdrugs, harddrugs, alcohol en tabak. 

Aangezien de nieuwe wetgeving nog uitgewerkt moet worden, bestaan er momenteel een aantal juridische onduidelijkheden over hoe de politiediensten concreet moeten handelen. De burgemeester van Zoersel en de leden van de politieraad, dienen daarom in resp. het politiecollege en de politieraad, deze aangelegenheid te agenderen, met het oog op het uitwerken van duidelijke richtlijnen aan het lokaal politiekorps.  

Het opzetten van een actie op gemeentelijke niveau vormt tevens een positief signaal naar Europa, waaruit moet blijken dat België blijft strijden tegen druggebruik. De meeste Europese landen hanteren immers een drugwetgeving waarin het bezit van cannabis strafbaar is. Anderen zijn dan weer heel wat strenger wat betreft alcohol, voornamelijk maar niet alleen in de context van de verkeersveiligheid. Op dit ogenblik dreigt België, samen met Nederland, geïsoleerd te worden binnen Europa. Daarom moet Zoersel op dit vlak naar buiten treden en zich aansluiten bij “ECAD”.

In de volgende paragrafen moet de term “drugs” dan ook worden verstaan als een verzamelnaam voor alle psychoactieve middelen.

2. Een Gemeentelijke Actie ‘Drugs? Neen Bedankt!’

Door het organiseren van deze actie op gemeentelijk niveau geeft de gemeente aan andere overheden te kennen dat zij een belangrijke partner vormt in het organiseren van het drugbeleid. Dit is van belang met het oog op een goede coördinatie van het beleid. Hieronder worden de verschillend elementen besproken die de actie kan bevatten.

2.1. Een campagne ‘Drugs? Neen bedankt!’

2.1.1. Doel van de campagne

De actie “Drugs? Neen bedankt”, dient verder te gaan dan de lagere scholen, zoals dat vandaag het geval is bij het “drugpreventieproject” (DPP). De voorgestelde actie dient een bereik te hebben van alle potentiële druggebruikers. De gedachte achter deze campagne is niet op belerende wijze te zeggen wat mensen, en specifiek jongeren, wel en niet mogen doen en laten. De boodschap moet zijn dat mensen helemaal geen behoefte hebben aan drugs, en dat ze dit ook zonder problemen kunnen duidelijk maken wanneer ze met drugs worden geconfronteerd.

2.1.2. Belangrijke elementen bij de uitwerking van de campagne

Overleg met alle geledingen in de maatschappij (o.a. jeugdbewegingen, scholen, ouderverenigingen, …) over de verspreiding van de boodschap en informatie is het uitgangspunt. Het is immers van groot belang mensen, en specifiek jongeren, zelf te betrekken bij de uitbouw van het beleid, zodat ze niet de indruk krijgen dat hen iets van buitenaf wordt opgelegd.

Opdat de campagne geen lege doos zou worden is het belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan ondersteuning door informatieve instrumenten, waarin wordt duidelijk gemaakt hoe men neen kan zeggen tegen alle drugs, wat de schadelijk gevolgen kunnen zijn enz. Hiervoor is overleg en samenwerking met bestaande preventiediensten en –acties aangewezen.

2.2. Afstemmen van het preventiebeleid op specifieke doelgroepen

Indien een problematisch gebruik wordt vastgesteld bij bepaalde omlijnde groepen, dan is het belangrijk om het preventiebeleid af te stemmen specifiek op deze groepen. Op deze manier kan een gericht beleid worden gevoerd dat op het terrein efficiënter en effectiever uitwerking kan krijgen.    

3. Aansluiten bij ECAD

ECAD is de vereniging van Europese steden tegen drugs (European Cities Against Drugs). Zowel kleinere gemeenten als Europese grootsteden zijn lid van de vereniging. Het hoofdkwartier bevindt zich op het stadhuis van Stockholm. ECAD wil vooral de samenwerking tussen gemeenten en steden over de landsgrenzen heen, het uitbouwen van een gezamenlijke strategie in het bestrijden van drugmisbuik, en een goede preventie promoten.

Door het aansluiten bij ECAD, waarbij intussen 244 Europese gemeenten zijn aangesloten kan Zoersel duidelijk het predikaat “Europese gemeente tegen drugs” voeren, wat symbolisch zijn waarde heeft.

4. Informeren en registeren

Omdat het op de eerste plaats belangrijk is dat de gemeenteraadsleden – die tenslotte het beleid ter zake zullen moeten bepalen – over correcte informatie beschikken, zal (in het kader van het nieuwe informatiebeleid) een gemeenteraadscommissie over de drugproblematiek ingericht worden. Hierin kunnen o.m. de volgende aspecten aan bod komen: toelichting van de op stapel staande wet; informatie over de medische en sociale aspecten en gevolgen van de diverse drugs; toelichting bij mogelijke preventieve acties; toelichting bij de mogelijke politionele en gerechtelijke acties.

Na bespreking in de gemeenteraadscommissie, zal aan de politieraad gevraagd worden om duidelijkheid te verschaffen aan de politiediensten over hoe zij moeten handelen op het terrein. O.m. dient de vraag gesteld te worden of bij opsporing en vaststelling van cannabisbezit voor persoonlijk gebruik, overgebruik van alcohol e.d., door de politiediensten er naast een anonieme registratie een persoonlijke registratie moet gebeuren, dit om problematisch gebruik te kunnen opsporen.

 

 

 MOTIE

  Gezien voorgaande toelichting,

 

1.         Zal op korte termijn de gemeenteraadscommissie over de drugproblematiek ingericht worden;

En vraagt de gemeenteraad van Zoersel:

2.                  Aan het college van burgemeester en schepenen om een gemeentelijke ontradings-en preventie campagne uit te werken, zoals hierboven beschreven, en na bespreking in de gemeenteraadscommissie over de drugproblematiek;

3.                  Aan het college van burgemeester en schepenen om de nodige stappen te zetten opdat de gemeente zich zou kunnen aansluiten bij de organisatie “Europese Steden Tegen Drugs” (European Cities Against Drugs – ECAD);

4.         Aan de burgemeester en de Zoerselse leden van de politieraad om op het niveau van de politiezone deze aangelegenheid te agenderen, opdat de politieraad duidelijkheid kan verschaffen aan de politiediensten over hoe zij moeten handelen op het terrein.

De CVP-fractie,

22 februari 2001

Goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 februari 2001